Om gezamenlijk onze doelen in het DSM te bereiken is investering nodig. Het DSM functioneert alleen als er voldoende geld voor beschikbaar wordt gesteld. Hierbij gaat het zowel om financiering voor de verdere ontwikkeling als het structureel functioneren ervan. Aangezien het DSM een gezamenlijke ambitie en verantwoordelijkheid van de stelselpartners is, is het uitgangspunt dat het ook gezamenlijk wordt gefinancierd.
Hoe komen we tot structurele financiering van het DSM?
De publieke partners het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Rijkswaterstaat (RWS) hebben overlegd over de structurele financiering van het DSM. Hierbij zijn afspraken gemaakt om de discussie over structurele financiering te organiseren en de besluitvorming voor te bereiden. We kunnen dit traject zien als een 'drietrapsraket':
1. Kostenonderzoek
Een onafhankelijk adviesbureau is gevraagd om de (extra) kosten in beeld te brengen die samenhangen met het verder ontwikkelen en structureel functioneren van het DSM. Hierbij is gekeken naar:
- De incidentele ontwikkelkosten om het stelsel op te zetten;
- De kosten voor de invulling van de binnen het DSM nieuw gedefinieerde rollen van toezichthouder, stelselverantwoordelijke, bronhouder en afnemer;
- De kosten van systemen waarvoor een globale inschatting is om (vooral) de rol van bronhouder en de functies van consolidator en verstrekker goed in te kunnen vullen.
Nog niet voor alle kosten is een feitelijke onderbouwing beschikbaar. Hierdoor wordt er gebruik gemaakt van inschattingen van deskundigen.
Dit onderzoeksrapport wordt binnenkort online gepubliceerd.
2. Batenonderzoek
Een onafhankelijk adviesbureau doet onderzoek naar de mogelijke baten die voortvloeien uit digitalisering in zijn algemeenheid en het DSM. Voor deze mogelijke baten geldt, net als voor de kosten, dat zij niet altijd gekwantificeerd kunnen worden. Hierdoor zal er sprake zijn van een kwalitatieve inschatting van de baten. Deze is gebaseerd op een combinatie van concrete voorbeelden en inschattingen van deskundigen.
Dit onderzoeksrapport wordt binnenkort online gepubliceerd.
3. Structurele financiering
Op basis van de resultaten uit beide onderzoeken zal overleg plaatsvinden binnen en tussen IenW, RWS, VNG en IPO. Hierbij is het doel om zowel ambtelijk als bestuurlijk tot besluiten te komen over de structurele financiering van het DSM.
Monitoring van inspanningen
In het DSM werken we met publiek geld. We monitoren de kosten en baten zo nauwkeurig mogelijk om te zien wat de effecten zijn van onze inspanningen. Daarbij kunnen we, indien nodig, tijdig bijsturen en zaken nog slimmer regelen. Een voorbeeld is de Smart Mobility monitor. Hierin staat een overzicht van het aanbod, gebruik en waar mogelijk ook de effecten van smart mobility toepassingen en ontwikkelingen.
Interbestuurlijke begeleidingsgroep
Om het financieringstraject te begeleiden en te zorgen dat de besluitvorming zorgvuldig wordt voorbereid is een Interbestuurlijke Begeleidingsgroep in het leven geroepen. Vertegenwoordigers van IenW, RWS, VNG en IPO nemen hieraan deel met IenW als trekker. Het streven is om de structurele financiering van het DSM in 2026 of 2027 in te laten gaan.