A
Een afnemer is een partij die data afneemt van bronhouders, al dan niet via dataverstrekkers. De afnemer kan tegelijkertijd de rol van gebruiker hebben en mobiliteitsdata gebruiken voor toepassingen. Een voorbeeld van een afnemer in het DSM is een serviceprovider. De serviceprovider gebruikt bijvoorbeeld data over wegwerkzaamheden van de gemeente (de bronhouder) en verwerkt deze vervolgens in zijn navigatiedienst, waarbij hij de reiziger een alternatieve route aanbiedt. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
B
Een bronhouder is een organisatie die verantwoordelijk is voor de beschikbaarheid en het beheer van specifieke data. In het DSM zijn bijvoorbeeld gemeenten bronhouder van data over maximum snelheden op hun wegen en autofabrikanten bronhouder van data uit hun voertuigen. Iedere bronhouder is zelf verantwoordelijk voor het inwinnen, samenstellen, registreren, bewaren en ontsluiten van data in een databron, conform afgesproken voorschriften en kwaliteitseisen. Een bronhouder is vaak tegelijkertijd ook afnemer, ofwel gebruiker van bepaalde mobiliteitsdata. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
D
Een data-item is een stukje data dat onderdeel uitmaakt van een dataset. Een data-item wordt ook wel data attribuut genoemd. Locatie, breedte en verharding van fietspaden zijn voorbeelden van data-items die in de nationale dataset ‘fietsroutenetwerk’ vallen.
Een dataketen is een verzameling van samenwerkende stelselpartners (bronhouder, dataverstrekker en afnemer) die er gezamenlijk voor zorgen dat een dataset beschikbaar wordt gesteld aan afnemers. In een dataketen worden afspraken gemaakt over inhoud, beschikbaarheid en kwaliteit van de data. Deze afspraken kunnen gevolgen hebben voor de bronhouder(s) van deze data. Binnen het DSM is de tactische tafel als ketenregisseur verantwoordelijk voor de dataketen, waarbij de uitvoering bij een specifiek expertteam ligt.
Datakwaliteit is de verzamelnaam voor de mate waarin data voldoet aan de afspraken die daarover gemaakt zijn. Datakwaliteit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op actualiteit of volledigheid van data. Datakwaliteit wordt meestal bepaald door het doel waarvoor de data gebruikt wordt: data die gebruikt wordt voor analysedoeleinden hoeft bijvoorbeeld minder actueel te zijn dan realtime file informatie. Binnen het DSM werken we aan het verbeteren van datakwaliteit, zodat iedereen in het stelsel kan vertrouwen op goede data. De bronhouder is verantwoordelijk voor het op orde brengen en houden van de datakwaliteit. Het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) geeft inzicht in de datakwaliteit van bepaalde mobiliteitsdata.
Een dataset is een afgesproken verzameling data rond een bepaald onderwerp die nationaal beschikbaar gesteld moet worden conform Europese standaarden. Een voorbeeld: de nationale dataset ‘fietsroutenetwerk’ bevat de data-items: locatie, breedte en type verharding van fietspaden.
Een datastandaard is een afspraak over de vorm of inhoud van data of de manier waarop data beschikbaar wordt gesteld of wordt uitgewisseld. DATEX 2 is een bestandsformaat voor verkeersdata, parkeren en fiets. Bekijk hier het standaardenregister.
Een dataverstrekker (voorheen dataknooppunt) zorgt ervoor dat data van een bronhouder beschikbaar gesteld wordt aan afnemers. Deze functie kan ook worden ingevuld door de bronhouder zelf. Voorbeelden van dataverstrekkers voor OV-data zijn DOVA en het NDOV-loket. Zij ontvangen data van ov-bedrijven en verwerken deze tot bruikbare informatie voor toepassingen, zoals borden bij haltes en reis-apps. Dataverstrekkers monitoren de kwaliteit van de data op basis van in het DSM overeengekomen afspraken. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
Het Directeurenoverleg DSM (DO-DSM) is dé tafel waar landelijke besluitvorming en strategische sturing op mobiliteitsdata plaatsvindt. Hierin zitten directeuren van de betrokken publieke partijen uit het stelsel, zoals IPO, VNG, IenW, RWS, NTM en de dataverstrekkers. Alle bij het DSM betrokken partijen zijn direct of indirect vertegenwoordigd in het DO DSM. Binnen het DO DSM worden thema overstijgende besluiten m.b.t. het DSM genomen, waarbij gebruik gemaakt wordt van input uit onder andere de tactische tafels.
Het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata (DSM) is het landelijke afsprakenstelsel waarin publieke en private partijen samenwerken aan de digitalisering en uitwisseling van mobiliteitsdata voor (gezamenlijke) toepassingen. De stelselpartners werken op structurele basis samen. Doel van het DSM is mobiliteitsdata optimaal kunnen inzetten voor beleid, reis- en routeinformatie en onderhoud en beheer. Lees meer over het DSM op deze pagina.
E
eCall is één van de verordeningen onder de Europese ITS-Directive en gaat over een veiligheidssysteem in auto’s dat na een ongeluk automatisch contact opneemt met de 112-centrale. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
G
Een gebruiker gebruikt data in toepassingen die voor diegene waarde hebben. Een voorbeeld van een gebruiker in het DSM is een beleidsmedewerker bij de gemeente die inzicht wil hebben in veilige fietsroutes of parkeerdrukte in de stad. Een ander voorbeeld van een gebruiker is een reiziger die een app gebruikt om een passende reis te plannen met het openbaar vervoer. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
In de gegevenscatalogus worden bepaalde zaken die betrekken hebben op de mobiliteitsdata waar we in het DSM aan werken gedetailleerd beschreven en verduidelijkt. Zo bevat de gegevenscatalogus definities van data over de wegen- en vervoersnetwerken, de geografische dekking ervan, bijbehorende kwaliteitseisen, de systemen waarin de data geregistreerd worden en aansluitvoorwaarden op de systemen en de ingangs- en einddatum. De gegevenstypes in de gegevenscatalogus hebben een wettelijke grondslag, zijn gebaseerd op een bestuurlijke afspraak of worden ingewonnen/aangekocht voor de uitoefening van een publieke taak. Ook deze grondslag wordt vastgelegd in de catalogus. De gegevenscatalogus is momenteel in ontwikkeling.
I
De Intelligent Transport Systems-Directive (ITS Directive) is een Europese richtlijn voor het versnellen van de inzet en het gebruik van intelligente vervoerssystemen. Het doel is om de efficiëntie, veiligheid en duurzaamheid van mobiliteit in de EU te verbeteren met behulp van geavanceerde technologieën. Een onderdeel van de ITS-Directive is het verbeteren van uitwisseling van mobiliteitsdata tussen verschillende bronhouders, waar met het DSM aan wordt werkt. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
Interoperabiliteit is de mate waarin informatie uitgewisseld kan worden tussen organisaties, domeinen, landen, systemen en/of datalagen. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van dezelfde definities of standaarden. Binnen Europa zijn afspraken gemaakt over interoperabiliteit tussen lidstaten, ter bevordering van onderlinge data-uitwisseling en daarmee waardecreatie.
K
De ketenregisseur in het DSM is verantwoordelijk voor het monitoren van het functioneren van een dataketen op zowel technisch als functioneel niveau. De tactische tafels vervullen de functie van ketenregisseur voor hun thema’s op tactisch niveau. Binnen een tactische tafel vallen verschillende dataketens. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
M
Multimodal Travel Information Service (MMTIS) is één van de verordeningen onder de Europese ITS-Directive. MMTIS bevordert het aanbieden van multimodale reisinformatie. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
N
NAPCORE (National Access Point Coordination Organisation for Europe) coördineert alle National Access Points (NAP’s) binnen Europa. NAPCORE verbetert de interoperabiliteit van mobiliteitsdata in Europa en verzorgt de afstemming en harmonisatie van de mobiliteitsdatastandaarden. In Nederland vervult het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) de rol van het NAP. Lees meer over NAPCORE op de website van het NTM.
Het Nationaal Wegenbestand (NWB) is een open databestand met alle openbare wegen in Nederland die een straatnaam of wegnummer hebben. Het NWB is in beheer bij de gezamenlijke wegbeheerders in Nederland: het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het beschrijft de verbindingen en functionele wegkenmerken van alle openbare autowegen en ook steeds meer fietspaden. Er is ook een NWB-Vaarwegen. Voor het treinverkeer beheert ProRail een spoorwegenbestand. Het NWB zal in de toekomst overgaan in of vervangen worden door de Wegen Netwerk Registratie (WNR).
Een National Access Point (NAP) dient als register waarin je kunt raadplegen welke data je waar kunt vinden en van welke kwaliteit. Vanuit de EU is bepaald dat er per EU-lidstaat een NAP wordt opgezet om de toegang, uitwisseling en het hergebruik van mobiliteitsdata in Europa te vergemakkelijken. In Nederland vervult het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) deze functie binnen het DSM.
P
Bij het Directeurenoverleg DSM (DO DSM) is een programmabureau aangesteld, die de besluitvorming voor het DO DSM voorbereidt. Het programmabureau bestaat uit vertegenwoordigers van onder andere IenW, NTM, RWS en VNG. Dit team werkt samen met alle stelselpartners aan het uitbouwen van het stelsel. Het programmabureau is onder andere verantwoordelijk voor: voorbereiding van de agenda van het DO DSM wat betreft stelselbrede onderwerpen en programmering, acties opvolgen uit het DO DSM, de communicatie over het DSM en het ophalen van input uit ‘het veld’.
R
Tijdens het programma Digitalisering Overheden is een initiatief gestart om per regio in Nederland een eigen Regionaal Data Team (RDT) op te zetten. Hierin zit een vertegenwoordiging van mensen afkomstig van gemeenten, provincies en bijvoorbeeld vervoerregio’s. RDT's ondersteunen bronhouders, waaronder wegbeheerders, bij digitalisering en datagedreven werken door hen te ondersteunen bij het inwinnen, ontsluiten en beschikbaar stellen van data uit de Data top 15. Daarbij verbinden RDT’s vraag en aanbod tussen bronhouders, afnemers, projecten en programma’s. Welke rol de RDT's binnen het DSM hebben is nog niet duidelijk.
De Real-Time Traffic Information Services (RTTI) is één van de verordeningen onder de Europese ITS-Richtlijn. De RTTI richt zich op het beschikbaar maken van actuele verkeersinformatie voor weggebruikers. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
S
Serviceproviders in het DSM zijn afnemers die mobiliteitsdata verwerken tot reis- en routeinformatie. Vaak zijn dit commerciële partijen, zoals navigatie- en MaaS dienstverleners.
SRTI (Safety-Related Traffic Information) is één van de verordeningen onder de Europese ITS-Richtlijn. De SRTI is gericht op het delen van verkeersinformatie die relevant is voor de verkeersveiligheid. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
De Safe and Secure Truck Parking (SSTP) is één van de verordeningen onder de Europese ITS-Richtlijn. SSTP heeft als doel om de bestuurder te helpen in het vinden en kiezen van een parkeerterrein. Lees hierover meer op de pagina over EU-wetgeving.
De stelselhouder is één van de rollen binnen het DSM. De stelselhouder is verantwoordelijk voor het organiseren van een gezamenlijke systeemsturing op het stelsel en het vervullen van EU-ambities in Nederland. In het DSM wordt deze rol vervuld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
T
Binnen het DSM worden er een aantal tactische tafels opgericht, gecategoriseerd naar thema. Tactische tafels geven op tactisch inhoudelijk niveau invulling aan de inrichting van het stelsel voor specifieke domeinen. Daarnaast dragen zij zorg voor ketenregie voor een set aan data-items die binnen dit domein vallen. Stelselpartners kunnen onderwerpen agenderen bij een tactische tafel. Lees meer op de pagina over tactische tafels.
In een toepassing wordt mobiliteitsdata gebruikt om waarde te leveren aan gebruikers. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een navigatieapp, reisplanner, systeem waarin overheden wegwerkzaamheden kunnen afstemmen of geluidsmodellen. In de dataketen bevinden toepassingen zich aan de gebruikerskant, waar de waarde wordt gecreëerd.
De toezichthouder in het DSM houdt onafhankelijk toezicht op het opereren van alle partijen binnen het stelsel. De toezichthouder controleert of dit gebeurt in overeenstemming met de eisen, afspraken en wetgeving. Momenteel wordt gekeken welke partij deze rol gaat vervullen. Op deze pagina lees je meer over de rollen en functies in het stelsel.
Transponering betekent omzetting. In de context van het DSM gaat dit over het omzetten van EU-wetgeving naar Nederlandse wetgeving. Op Europees niveau wordt basiswetgeving opgesteld voor mobiliteitsdata en ieder EU-lidstaat vertaalt deze zelf naar lokale wetgeving en beleid.
V
Binnen het DSM hebben we afgesproken dat we een groot aantal datasets op landelijk niveau vindbaar, beschikbaar en bruikbaar maken. Dit is volgens Europese afspraken en nationale beleidsambities. De verplichte datasets worden gedefinieerd in de gegevenscatalogus.
W
De Wegennetwerkregistratie (WNR) wordt de opvolger van het Nationaal Wegenbestand (NWB) en gaat zich net als het NWB richten op de functionele kenmerken van de weg. Dat wil zeggen: tussen welke knooppunten zijn verbindingen mogelijk. We noemen dit het topologisch netwerk. En welke geboden/verboden en beperkingen zijn van toepassing op die verbindingen (maximum snelheid, éénrichtingsverkeer, hoogte-, breedte-, lengte-, massa-beperkingen, gevaarlijke stoffenroute etc.) We noemen dit de functionele wegkenmerken. Veel informatie zit ook al in het NWB maar de WNR zal een hoger detailniveau kennen (bijv: ook rijstroken, niet alleen rijbanen) en er komt meer aandacht voor de gehele levenscyclus van de weg (van ontwerp tot verkeersbesluit, beheer en ontmanteling) en de bijbehorende (digitale) werkprocessen.